Het Starnmeerboek
Terwijl de inwoners van de Starnmeer zich voorbereiden op de viering van het feit dat 350 jaar geleden het Sternmeer is veranderd in een kleine Noordhollandse droogmakerij, verschijnt deze maand “Het Starnmeerboek”, waarin de geschiedenis van die droogmaking uit de doeken wordt gedaan. Maar het gaat niet alleen over de geschiedenis van toen. Als samensteller van “Het Starnmeerboek” heb ik er ook enige hoofdstukken aan toegevoegd waarin aandacht wordt besteed aan de meer recente geschiedenis van de polder en zijn bewoners. De geschiedenis van de droogmaking is geschreven door wijlen Evert Besse Jz. Een Starnmeerder van geboorte. Hij zag het levenslicht op de boerderij “Groenveld” aan de Middelweg; tegenwoordig “Ouder’s Wens” en bewoond door de familie Cor Marrees.
Evert Besse was leraar geschiedenis en aardrijkskunde aan een middelbare school in Amsterdam. Na zijn pensionering, in 1938, heeft hij veel archiefonderzoek verricht. Onder meer in het archief van Starnmeer en Kamerhop. Het resultaat daarvan vormt de grondslag van “Het Starnmeerboek”.
Besse beschrijft daarin onder meer wie sinds de droogmaking tot omstreeks 1800 eigenaren van het land in Starnmeer en Kamerhop zijn geweest. Uiteraard gaat hij ook in op de schier eindeloze problemen die bij de droogmaking een rol hebben gespeeld en die van de onderneming een financieel drama hebben gemaakt.
In eerste aanleg waren het welgestelde Rijper ingezetenen, die octrooi (vergunning) vroegen en kregen om het Sternmeer te bedijken en droog te maken. Rijkere Amsterdamse regenten hebben het karwei doen voltooien, tesamen met de regeringen van Monnickendam, Purmerend, Hoorn en Enkhuizen. Toen echter het landbezit niet interessant bleek voor de meesten van die regenten, keerde de rol van De Rijp en de Rijpers terug. Totdat de generatie van landeigenaren-zelfgebruikers opkwam.
In de jongere geschiedenis van de polder wordt aandacht besteed aan de functie van Spijkerboor en het Heerenhuis, de polder in oorlogstijd, maar ook aan het leven van alledag, in het levensverhaal van Neeltje Rol-Bus. Uiteraard ontbreekt de geschiedenis van de kaasfabriek “De Ceres” niet, terwijl eveneens aan de zuivelfabriek te Spijkerboor de nodige aan-dacht wordt besteed.
De molens en molenaars passeren eveneens de revue. In de hoofdstukken “Volk langs de Middelweg” en “Venters en ander voetvolk” passeert een bonte stoet van “kleine luyden” die als middenstanders of kleine kooplieden regelmatig in de polder waren te vinden.
“Het Starnmeerboek” is rijkelijk voorzien van illustraties. Bijna alle boerderijen staan er in, maar ook bijvoorbeeld het overvliegen van een zeppelin, de noodlanding van een Fokkertje, de methode van hooien “zoals opa dat nog deed” en vanzelfsprekend een reeks inundatiefoto’s. Totaal 107 foto’s en 3 historische kaarten. Illustrerend zijn ook enige oude rekeningen, waaronder die van Gerrit Tentij uit Graftdijk voor de verbouwing van “De Ceres” in 1934. Hij deed het voor f327,59. Tegen uurlonen van twee kwartjes!
Ook het handschrift van Leeghwater, in een officieel meet-rapport, is in het boek opgenomen.
“Het Starnmeerboek” is daardoor zowel leesboek als kijkboek, met in de tekst serieuze aandacht voor de geschiedenis van mens en polder, doorspekt met anecdotische bijzonderheden. Tijdens de opening van de tentoonstelling over 350 jaar Starnmeer en Kamerhop, in het Rijper Museum, op zaterdag 26 juni a.s. zal “Het Starnmeerboek” officieel ten doop worden gehouden. Het telt 160 pagina’s A4-formaat. De prijs is fl. 17,50. Het is onder andere te koop in het Museum.
De uitgave is bewerkstelligd door onze vereniging, in samen-werking met de Spijkerboorder Gemeenschap.
Bestelling via bank of giro is mogelijk a f 17,50 plus f 5 aan portokosten, onder vermelding “Starnmeerboek”.
Bronnen:
https://tijdschriften.archiefalkmaar.nl/issue/NC/1993-06-01/edition/0/page/20
0 reacties