Notities uit de genealogie “Los”
Elk voorjaar wanneer in mijn jonge jaren de schoonmaak uitbrak, kwam uit een van de kasten in onze woonkeuken, tegelijk met allerhande voorwerpen die ééns per jaar in het daglicht kwamen, ook een heel oud kopje tevoorschijn. Het droeg sporen van brand. De brand die mijn geboortehuis in as en puin legde toen ik een half jaar oud was. Maar klaarblijkelijk was het kopje ooit, zij het met die brandsporen, maar verder ongeschonden uit het puin opgedolven. Een kopje met een verhaal dus. Maar ook met een naam. Want langs de rand stond, in keurige schoolse schrijfletters “Antje Sijbrandsd Los”.
Het was de naam van één van vader’s grootmoeders. Antje Los was getrouwd geweest met mijn overgrootvader die net zo heette als ik. Niet lang, want hij is niet oud geworden.Maar lang genoeg om samen met Antje Los twee zonen te hebben: Jan en Sijbrand.
Sijbrand was mijn grootvader, maar ik heb hem niet gekend. Dat ik hem hier toch min of meer gedenk, doe ik omdat hij zijn voornaam ontleende aan de “Lossen”. Antje’s vader heette immers ook Sijbrand, zoals de rand van haar kopje vermeldde. Trouwens, dat klopt allemaal met de gegevens uit de burgerlijke stand. En daarover wilde ik het hebben, deze keer.
We keren terug in de tijd waarin Napoleon het hier voor het zeggen meende te hebben. In die tijd, om precies te zijn: op 23 augustus 1807, trouwde in Warder een zekere Brand Janszoon Los met Saartje Cornelisdochter Koen van Oudendijk. Brand Los was weduwnaar én bulloper. Dat laatste was een beroep met officiele aanstelling van gemeentewege. Saartje Koen was weduwe, maar ze speelt in het familieverband verder geen rol. Brand Los had uit zijn eerste huwelijk, met Maritje (of Maartje) Wester een zoon: Jan Brand Los, geboren te Warder op 15 mei 1785.
Knecht werd baas
Deze Jan Brand Los is als boerenknecht “de wereld in getrokken”en aldus in de Starnmeer terechtgekomen. Hij kreeg er verkering met een dochter van de chirurgijn van Oost-Knollendam, Klaas Vooren. Met die dochter, Antje Vooren, trouwde hij op 16 februari 1812 te Wormer. Bruid en bruidegom waren beiden 27 jaar. Beiden waren Nederlands Hervormd. De welgevormde krachtige handtekening van de bruidegom verraadt dat hij goed onderwijs heeft genoten. In zijn verdere leven laat hij blijken niet alleen goed te kunnen schrijven, maar ook voor rekenen een best cijfer te hebben verdiend. Hij ontstijgt de status van boerenarbeider en vestigt zich als “landman” (boer) in de Starnmeer. Op zijn trouwdag woonde hij nog in dat deel van de Starnmeer wat onder de gemeente Wormer ressorteerde (dus tegenover Oost-Knollendam), maar naderhand is hij met zijn Antje verhuisd naar het Akerslootse deel van de Starnmeerpolder.
Daar overlijdt Antje, na een huwelijk van 49 jaren, op 4 april 1861. Jan Brand Los overleed zelf 24 november 1868, nadat hij intussen was verhuisd naar de Zuidervaart in de Schermer, onder de gemeente Akersloot.
Dat Jan Brand Los de rekenkunst beheerste liet hij blijken toen op zeker moment drie boerderijen in De Woude werden verkocht. Hij kocht ze alledrie tegelijk.
Doodshemd mee…
Jan Brand Los en Antje Vooren hadden acht kinderen; vijf zonen en drie dochters. De vierde zoon, Pieter, overleed op 21,5-jarige leeftijd. Alle andere kinderen bereikten de huwelijkse staat.De laatst geborene was Yzak Los (geboren 29 februari 1828), die trouwde met Guurtje Prins te Graft op 22 februari 1851. Van deze Yzak wordt verteld dat hij tijdens logeerpartijen altijd zijn doodshemd bij zich had in zijn koffertje. Zijn oudere broers waren, in volgorde van leeftijd, Klaas, Sijbrand en Dirk.
Sijbrand Los, geboren 13 juli 1816 in De Woude, overleed 24 januari 1881, eveneens in de Westwoude gemeente Akersloot. Daar woonde hij ook toen hij op 25 april 1840, dus bijna 24 jaar oud, trouwde met de 23-jarige Lijsbeth Olij. Deze bruid kwam uit de Starnmeer, gemeente Jisp, maar was afkomstig uit de Beemster. Daar was zij geboren, als dochter van Klaas Olij en Jannetje Doeds. Haar ouders waren echter al overleden toen Lijsbeth en Sijbrand trouwden.
Lijsbeth en Sijbrand kregen drie dochters: Jannetje, geboren 23 maart 1841 en later getrouwd met Jacob Bus (ze woonden te Vinkeveen); Antje, geboren 16 februari 1843; en Pietertje, geboren 6 februari 1850, later getrouwd met Hendrik Reyne. Zij woonden aanvankelijk aan de Stierop; later in De Woude.
Drie soorten kinderen
De Antje van 16-2-1843 was de Antje Sijbrandsd Los van het kopje, waarmee ik dit verhaal begon. Zij is, zoals gezegd, getrouwd geweest met mijn overgrootvader Cornelis Booy. Na diens overlijden (hij was toen 32 jaar en 8 jaar getrouwd geweest), hertrouwde zij met Teun Schellinger en nadat ook deze was overleden, trouwde Antje ten derde male en wel met Cornelis Meijsen, waarna zij woonde op de boerderij “De Zwarte Os” aan de Westerweg in de Purmer (met overgrootvader Booy woonde ze in De Woude). In haar derde huwelijk zat Antje aan tafel met uiteraard haar derde echtgenoot en drie “soorten” kinderen: twee eigen uit haar eerste huwelijk (Jan en Sijbrand Booy), de kinderen uit het eerste huwelijk van Theun Schellinger en tenslotte de kinderen uit het eerste huwelijk van Cornelis Meijsen. Op zichzelf misschien niet zo bijzonder, maar doordat één van de meisjes Schellinger trouwde met een van haar “tafelbroers” Meijsen, heb ik wèl een bar ingewikkelde familie gekregen…
Terug naar Jan en Antje
Daarover nu niet. Het gaat me in dit verhaal altijd nog om de nazaten van Brand Los, de bulloper van Warder. Daarom terug naar Jan Brand Los en Antje Vooren, die niet onafgebroken in de Starnmeer hebben gewoond, maar ook in De Woude en in de gemeente Uitgeest. Dat kan onder Marken-Binnen zijn geweest. Daar werd hun eerste dochter, Maartje, geboren in 1814. Zij trouwde later met Dirk Graftdijk en woonde op de boerderij “Kikkerstein”(nu Gerard Jongens) in de Starnmeer.
De tweede zoon van Jan Brand Los en Antje Vooren was Klaas Los, geboren in de gemeente Akersloot op 18 november 1818 en overleden 24 februari 1871. Hij is getrouwd geweest met Alijda Dekker. Ze hebben gewoond aan de Oostdijk van de Schermer, waar Klaas ook is overleden. Met Alijda Dekker is het tragisch afgelopen. Zij werd wegens krankzinnigheid onder curatele gesteld.
Klaas en Alijda hadden zes kinderen, die allen getrouwd zijn geweest: Antje (met Pieter Kalis te Stompetoren), Jan (met Grietje Schermerhorn), Elizabeth (met Pieter Vader), Maartje (met Klaas Akkerman), Pietertje (met Tijmen Peereboom)en Cornelis, alias Manke Kees (met Cornelia Rol).
De derde zoon van Jan Brand Los en Antje Vooren heette Dirk Los. Hij werd geboren 12 februari 1823 en overleed 2 november 1868, was 22 april 1849 te Akersloot getrouwd met Aagie Ploeger en woonde z’n hele leven in De Woude. Zij hadden negen kinderen. Eén ervan was Cornelis Los, de overgrootvader van de neven Dick en Jan Los die nu nog in De Woude wonen. Deze Cornelis Los, geboren 18 november 1854, getrouwd op 25 april 1875 te Akersloot met Grietje Besse en 30 mei 1880 als weduwnaar hertrouwd met Neeltje Waterdrinker uit Oosthuizen, was op zijn oude dag ook min of meer de kluts kwijt. Voorbijgangers zagen hem op een avond op zijn tafel staan terwijl hij poogde de (elektrische) lamp uit te blazen en toen een gewaarschuwde zoon poolshoogte ging nemen, kreeg hij ten antwoord: “Ik wil te bed, maar dat verdomde licht wil niet uit!”
De hierboven genoemde Jan Los, zoon van Klaas Los en Alijda Dekker, was 24 april 1848 geboren in de gemeente Akersloot en 28 april 1869 te Akersloot getrouwd met Grietje Schermerhorn, dochter van Willem Schermerhorn en Neeltje Vader, geboren 21 december 1848 in de Schermer gemeente Akersloot en overleden in De Woude 30 juli 1879.
Jan Los en Grietje Schermerhorn hadden drie kinderen: Willem (geboren 1873), Pieter (8 maart 1876) en Jacob (19 maart 1879). Deze Jacob was de depóthouder van “De Leerhoeve” te Schermerhorn en vader van wijlen Jan, Piet en Maartje Los en grootvader van Jaap Los op Westeinde 17 in het dorp der schone maagden en wroetende mollen. Ergo: de bulloper van Warder ten tijde van Napoleon en diens zoon Jan Brand Los zijn de voorvaderen die Jaap Los en ik gemeenschappelijk hebben. Maar er zijn er veel meer die we niet samen delen!
En het kopje van overgrootmoeder Antje? Dat heeft wel de brand uit mijn zeer prille jeugd, maar niet de schoonmaakuitbarstingen van na mijn moeder’s overlijden overleefd blijkbaar, want ik heb het nadien nooit meer gezien. Zelfs geen scherfje met maar een bewijsje van opoe’s naam er op. Zo is overgrootmoeder naar mijn gevoel voor de tweede keer uit dit leven heengegaan. Stof zijn wij…
Bron:
https://tijdschriften.archiefalkmaar.nl/issue/NC/1991-04-01/edition/0/page/18
0 reacties