Heerenhuis Spijkerboor 200 jaar

Gepubliceerd in de Nieuwe Chronyke; 1 oktober 1987.
Geschreven door Cor Booy
Bron:

Het Heerenhuis te Spijkerboor bestaat 200 jaar. Het jubileum is inmiddels gevierd op de nationale monumentendag, 12 september.

Op de 1e september 1787 moest het gebouw geheel onder de pannen zijn. Aannemer Gerrit Nagtegaal uit Purmerend had daarna nog tot 15 oktober de tijd het nieuwe polderhuis van Starnmeer en Kamerhop te doen aftimmeren en schilderen. Alleen het pleisterwerk hoefde pas in mei van het volgend jaar gereed te zijn.

Vermoedelijk heeft hij aan zijn opdracht kunnen voldoen, want blijkens de gedenksteen in de voorgevel van het gebouw, is het wel in 1787 in gebruik genomen. Toch wel een staaltje van voortvarend bouwwerk, als men weet dat pas op 5 april 1787 het bouwcontract was getekend. Op 22 december daaraan voorafgaande was de koopakte gepasseerd, volgens welke het toenmalige polderbestuur het bouwvallig geworden veerhuis in de noordoosthoek van de polder kocht van Lijsbeth Koopman voor de somma van f 700.

Dat veerhuis was er al kort na de droogmaking, in 1643, van Starnmeer en Kamerhop. Het was bedoeld als ā€œpolderhuisā€, maar de polderbestuurders hebben er vast niet vaak, misschien zelfs nauwelijks, vergaderd. De oorzaak daarvan was ongetwijfeld dat voor de toenmalige hoofdingelanden (o. a. stadsregenten van Enkhuizen, Hoorn en Purmerend) De Rijp veel beter bereikbaar was dan het polderhuis te Spijkerboor. Bovendien waren er nogal wat Rijpers ook bij het polderbestuur betrokken in die tijd. Anno 1649, toen tot verkoop van het veer- er polderhuis werd besloten, was schout Frans Jacobsen, schout in De Rijp, de dijkgraaf van het waterschap Starnmeer en Kamerhop. Geen wonder derhalve dat men er de voorkeur aan gaf de polderzaken te bespreken ten raadhuize van De Rijp.

Dat bleef zo tot 1787. Lijsbeth Koopman, van wie men het oude veerhuis terugkocht, was de weduwe van Jan Nooy. Hij was de veerman van Spijkerboor tot hij in 1786 overleed. Lijsbeth en haar drie kinderen: Barend, Guurtje en Trijntje, waren de eerste bewoners van het nieuwe ā€œHeerenhuisā€, zoals het thans genoemd wordt. Bij de gereedkorning echter werd gesproken van het nieuwe ā€œjacht- en rechthuis van de polderā€. Voor de bouw is gebruik gemaakt van een hoeveelheid ā€œvertimmerbaar materiaalā€ met een geschatte waarde van f 300. Voorts is een hoeveelheid ramen, deuren en kozijnen gebruikt die afkomstig waren van de gesloopte buitenplaats Tolsduin, bij Velsen. De aannemer had verder 20.000 grijze klinkers, 40.000 ā€œboeregrauweā€ en 6.000 kromme klinkers nodig alsmede de dakpannen en muurtegels om het bouwwerk te doen verrijzen.

Zijn aanneemsom bedroeg vijf guldens en tien stuivers per duizend stenen, dakpannen en tegels. Hij zal er niet ā€œvet van gesoptā€ hebben, aangezien hij daarvoor ook nog zijn timmerlieden en metselaars van mondkost en lafenis moest voorzien.

Bron:

https://tijdschriften.archiefalkmaar.nl/issue/NC/1987-10-01/edition/0/page/16

https://www.hetschermereiland.nl/

Gerelateerd:

Geplaatst op: 1 december 2022
Cor Booy
Categoriƫn: Kroniek | Spijkerboor

Meer artikelen uit de Kroniek:

Veldnamen in de polders

De weilandjes in de polders hadden vaak individuele namen. Sommige daarvan zijn nog bekend, vele anderen niet meer.

Buurman

Ik heb vroeger, in de Starnmeer, een buurman gehad die overal verstand van had. En als hij het even niet had, dan had 'ie wel familie die dat had. Zo had op zekere dag in Akersloot een nieuwe dokter zijn entree gemaakt. Die had ook patienten in de Starnmeer. EƩn van...

Kerstprent 1993

De "overstap" die Markenbinnen per 1 januari dit jaar maakte van de gemeente Uitgeest naar de gemeente Graft-De Rijp, was aanleiding de kerstprent dit jaar te wijden aan dat dorpje. De keus is daarbij gevallen op twee tekeningen die Jan Bulthuis in 1789 maakte van...

De “Vermaning” van Markenbinnen

Evert Besse Jz., de beschrijver van de droogmaking van de Starnmeer, heeft niet alleen diƩ geschiedenis op schrift gezet. Ook de geschiedenis van zijn eigen familie heeft hij tot in de finesses uitgeplozen. In die "genealogie Besse" beschrijft hij hoe diverse...

De laatste molenaars in Kamerhop

Doordat het Kamerhop werd afgescheiden van het Starnmeer, tijdens de bedijking, diende dit 46 ha grote poldertje van afzonderlijke bemaling te worden voorzien, in 1643. Meer daarover in het hoofdstuk "De molens van Starnmeer en Kamerhop" in Het Starnmeerboek, pag. 75...

Vrouw Ooms en de Alkmaar Packet

De Alkmaar Packet vervoerderde van 1863 tot 1950 zowel personen als goederen naar meerdere bestemmingen in Noord-Holland.

Het kopje van overgrootmoeder

Jan Brand Los, Sijbrand Los, Antje Booy-Los. Over deze voorouders van Cor Booy gaat dit artikel. Maar zo simpel als dat klink is het niet…

Rijpers in het Markerveld

Toen Jan Adriaanszoon Leeghwater door 1633 in het veld bij Marken(binnen) voer, trof hij erbarmelijke omstandigheden aan.

De Vissers van Laen- en Barndehuysen en droogmaking van de Starnmeer

Bij de aanleg van de vaart aan de noordzijde van de Starnmeer raakten de bedijkers in moeilijkheden met de vissers van Laen- en Barndehuysen.

De Grafters waren er al eerder

Oude bodemvondsten in de buurt van Graft en Graftdijk schijnen een lichtje op de oudst bekende bewoning in ons gebied.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *