Ik heb vroeger, in de Starnmeer, een buurman gehad die overal verstand van had. En als hij het even niet had, dan had ‘ie wel familie die dat had.
Zo had op zekere dag in Akersloot een nieuwe dokter zijn entree gemaakt. Die had ook patienten in de Starnmeer. Eén van hen vertelde, nogal nieuwelijk, aan de buurman-met-ver-stand-van-alles, dat de nieuwe dokter er was geweest. “Hij heet Smit, geloof ik”.
“Ja”, zei buurman, die ook zo heette, maar dan met “th”, “hij is een neef van me”. Later bleek de dokter van Akersloot een heel andere naam te hebben.
Buurman kwam bij ons gedurende een periode dagelijks melk halen, vers uit de koe. Mijn vader placht ’s zomers zijn koeien “los over het land” te melken. Buurman bood aan:”Je krijgt van mij kuurpennen om ze vast te zetten”. En werkelijk, hij mikte een partijtje ijzeren pennen-met-ring stuk voor stuk over de sloot in vader’s weiland.
Na verloop van tijd zei vader:”Ik mis een stel kuurpennen”. En nog wat later:’Er zijn er al wéér weg”. Tenslotte was er nog één over. Een andere buurman vertelde kort erna:”Ik melk een stuk makkelijker, want ik heb kuurpennen van Smith gekre-gen…”
Mijn oudste broer kreeg een baan aan de – gloednieuwe – Prinses Irene-sluis te Wijk bij Duurstede. Buurman kreeg er lucht van en vertelde:”Ja, een neef van me is daar de baas!” Buurman zat blijkbaar goed in de neven, maar die op de sluis had nog nooit van zijn “oom” gehoord…
Aan de Middelweg in onze polder was de waterleidingbuis nog-al eens lek. Dan kwam er een ploeg van vier PWN-mannen uit Beverwijk de reparatie verrichten. Daar waren ze rap in. Toen ze weer eens zo’n klus hadden, kwam buurman er ook bij:
“Zo, de buis weer stuk?”
“Dat zie je”
“Ja, ik zag het eergister al”.
“o ja????”
“Ja, ik vond een wurm in de theepot”.
Op zijn oude dag, nadat hij zeker wel 25 jaar aan de Middelweg had gewoond, verhuisde hij met zijn vrouw naar Friesland. Daar had ook beider wieg gestaan. De bakker, die aan de deur kwam, zag hem bezig de verhuisboel in te pakken en vroeg, lichtelijk verbaasd:’Wat nou, ga je verhuizen?” “Ja”, zei buurman. “Ik kan hier niet wennen!”
CB.