Het KadasterĀ in Nederland is een overheidsdienst, die gegevens bijhoudt over percelen, opstallen, roerende registergoederen, de er op rustende rechten en rechtenhouders, adressen en andere geografische informatie voorĀ Nederland. Het Kadaster in Nederland is in 1832 opgericht alsĀ Dienst voor het kadaster en de openbare registersĀ en is sinds 1994 eenĀ zelfstandig bestuursorgaan.
KadasterĀ is tevens de aanduiding voor een openbaar register bestaande uit administratieve gegevens met betrekking tot onroerende zaken en de landelijke kadastrale kaart. Dit register bevat authentieke gegevens op basis van een wet, hoofdverantwoordelijk zijn de bewaarders van het kadaster en de openbare registers.
Geschiedenis van het kadaster in Nederland
Tot het einde van deĀ 18e eeuwĀ kende het gebied van het huidigeĀ Koninkrijk der NederlandenĀ geen eenduidige registratie en administratie van onroerend goed. Hoewel pogingen waren ondernomen hierin verandering aan te brengen, bleef de administratie rommelig en gedateerd. Hierdoor was het niet goed mogelijk om tot juiste waardebepalingen en belastingaanslagen te komen.
Hollands Kadaster
Pas met de totstandkoming van de eenheidsstaat Nederland inĀ 1798Ā werd, in lijn met het Franse ideaalĀ egalitĆ©, getracht een rechtvaardige belastingheffing in te voeren. Om dit doel te verwezenlijken, werd een administratieve organisatie opgezet per departement. Vanaf 1801 werd onder leiding van baron Krayenhoff gestart met een landelijk project driehoeksmeting als basis voor de eerste topografische kaart van de toenmalige Bataafse Republiek.
InĀ 1810Ā enĀ 1811Ā werd aan de kartering een overzicht toegevoegd van gegevens over het soortĀ perceel, deĀ eigenarenĀ en deĀ oppervlakte. In 1811 besloot Keizer Napoleon dat Nederland een kadaster moet krijgen, de kadastrering die al was vervaardigd werd afgekeurd voor gebruik in het kadaster naar Franse methodiek omdat de kaarten weinig systematisch waren en onvolledig van opzet. Na de val van NapolĆ©on in 1813 stokte het werk maar het werd in 1816 onder Koning Willem I hervat. In 1823 wordt door het Topographisch Bureau van het Ministerie van Oorlog deĀ Choro-topographische kaartĀ opgeleverd, waar Krayenhoff aan was begonnen. De kaart heeft een schaal van ā800 Rijnlandse roeden op de duimā (1:115.200) en is de eerste landsdekkende topografische kaart in Nederland.
MĆ©thodique Verzameling
Nadat het Koninkrijk Holland in 1810 werd ingelijfd in het Franse keizerrijk, golden ook in het Hollands gebied de Franse wetten. Holland diende daarom te voldoen aan het hebben van een uniforme belastingwetgeving. Omdat de bestaande registraties in de Hollandse departementen niet voldeden aan de eisen van het FranseĀ Recueil MĆ©thodique, werd in oktober 1811 besloten het kadaster op Franse wijze in te richten. Hiervoor werd een tweetalige editie van de Franse wetgeving uitgebracht onder de naamĀ MĆ©thodique Verzameling der Wetten, Decreten, Reglementen, InstructiĆ«n en DecisiĆ«n, betrekkelijk het Cadaster van het Fransche Rijk, kortwegĀ MĆ©thodique Verzameling.
Kadastrering tot 1832
Ook toen Nederland enkele jaren later van Frankrijk onafhankelijk werd, liet men de Franse voorschriften veelal nog van kracht. Het proces van kadastrering verliep echter traag. Pas inĀ 1825Ā werd er tempo gemaakt door bekendmaking van het ontwerpĀ Burgerlijk Wetboek, met daarin de geplande invoering van de samenhang tussen grondboekhouding en hypothecaire boekhouding.
Ofschoon in de periode tussenĀ 1826Ā en de invoering van het kadaster opĀ 1 januariĀ 1832Ā een inhaalslag werd gemaakt in het opzetten van de kartering, waren de gemaakte kaarten in deze periode van aanzienlijk lagere kwaliteit dan de kaarten die voor 1825 zijn gemaakt.
In 1832 gaat het kadaster als openbaar register van start met 54 vestigingen. In 1838 wordt met de invoering van het burgerlijk wetboek de inschrijving van eigendomsoverdrachts- en hypotheekakten verplicht, er komen nieuwe registers van in- en overschrijving onroerende goederen.
Onroerende zaken
In Nederland registreert deĀ Dienst voor het kadaster en de openbare registersĀ sindsĀ 1832Ā gegevens over een bepaalde onroerende zaak (hetĀ perceel) en alle wijzigingen die zich daarin voordoen.
Zo legt men de naam van deĀ eigenaarĀ ofĀ vruchtgebruikerĀ vast. Ook wordt vermeld waar het perceel ligt, wat de afmetingen ervan zijn en hoe de grond wordt gebruikt. Ook wordt vastgelegd of er eenĀ recht van hypotheekĀ ofĀ erfdienstbaarhedenĀ op het perceel rusten, of dat erĀ bodemverontreinigingĀ aanwezig is.
Om een perceel aan te duiden gebruikt men deĀ kadastrale aanduiding, die altijd bestaat uit de naam van deĀ kadastrale gemeente, de letter van deĀ sectieĀ en het nummer van het perceel, eventueel aangevuld met de appartementsindex wanneer het perceel is gesplitst inĀ appartementsrechten.
Als een eigenaar van een perceel dat perceel in delen verkoopt, wordt dat perceel gesplitst en krijgen de delen nieuwe kadastrale nummers. Oorspronkelijk werd in de notariƫle akte vermeld dat er een deel van een kadastraal perceel was verkocht. Vastlegging van de grenzen tussen de delen gebeurde door de landmeter van het Kadaster na aanwijzing van koper(s) en verkoper. Tussen de registratie van de akte en de vastlegging door de landmeter konden soms jaren liggen en was de kadastrale kaart niet up to date.
Thans worden die grenzen voorlopig vastgesteld. Ze kunnen voorafgaand aan een in te schrijven akte door geautoriseerde zakelijke klanten worden ingetekend in de kadastrale kaart. Deze grenzen worden dan voorlopige kadastrale grenzen genoemd.
Als er geen voorlopige kadastrale grenzen zijn ingetekend, dan moet er met de akte een situatieschets worden ingeschreven waarop de ligging van het verkochte deel zichtbaar is. Het Kadaster tekent de grenzen van dat deel in op de kadastrale kaart. Dit worden dan voorlopige administratieve grenzen genoemd. In beide gevallen ontstaan er na inschrijving van de akte nieuwe kadastrale nummers op de kaart en is de globale ligging van de percelen bekend.
Voor beide voorlopige grenzen geldt dat deze uiteindelijk door de betrokken partijen in het terrein moeten worden aangewezen aan de landmeter van het Kadaster, waarna deze als definitieve grenzen worden geregistreerd en vastgelegd.
Bron: Wikipedia
0 reacties